Ook al lijkt je pensioen misschien een ver-van-je-bedshow, je bent er nu al mee bezig en je zou het eerder nodig kunnen hebben dan je denkt. Vanaf dat je 21 jaar bent en werkt, begin je met sparen voor je pensioen. Bedenk dat een gedeelte van je salaris wordt gereserveerd voor je pensioen. Een goed geregeld pensioen is niet alleen iets voor later. De opbouw van je pensioen gaat door als je arbeidsongeschikt raakt. Als je overlijdt, kunnen je nabestaanden een gedeeltelijke uitkering ontvangen als je dat hebt geregeld bij het pensioenfonds.

Ook al lijkt je pensioen misschien een ver-van-je-bedshow, je bent er nu al mee bezig en je zou het eerder nodig kunnen hebben dan je denkt. Vanaf dat je 21 jaar bent en werkt, begin je met sparen voor je pensioen. Bedenk dat een gedeelte van je salaris wordt gereserveerd voor je pensioen. Een goed geregeld pensioen is niet alleen iets voor later. De opbouw van je pensioen gaat door als je arbeidsongeschikt raakt. Als je overlijdt, kunnen je nabestaanden een gedeeltelijke uitkering ontvangen als je dat hebt geregeld bij het pensioenfonds.

Iedereen die in Nederland woont of werkt, heeft recht op een basispensioen: de AOW. AOW staat voor Algemene Ouderdomswet. Het AOW-pensioen is een vast bedrag per maand. Je ontvangt dit basispensioen vanaf de dag dat je de AOW-leeftijd bereikt. De overheid bepaalt de AOW-leeftijd. Deze is afhankelijk van je geboortejaar.

Tijdens je werkende leven bouw je via je werkgever pensioen op. Werkgevers en werknemers betalen samen de bijdragen, oftewel de premies. Deze premies worden afgedragen aan een pensioenfonds dat het pensioen voor werknemers regelt. Dit geldt alleen als je werkgever bij een pensioenfonds is aangesloten. Voor medewerkers in de slagersbranche is er een speciaal pensioenfonds: het Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf. De pensioenregeling via je werkgever vind je terug in de cao.

Je kunt ervoor kiezen zelf extra te sparen voor je pensioen. Als bijvoorbeeld blijkt dat je niet genoeg pensioen opbouwt om later goed van te leven, kun je zelf het pensioen aanvullen. Als je mogelijkheden hebt, kun je extra sparen via bijvoorbeeld een lijfrente.

De hoogte van je salaris bepaalt voor een deel hoeveel pensioen je opbouwt. Voor de berekening van je pensioen gaat het pensioenfonds uit van je gemiddelde salaris over alle jaren die je in de slagersbranche hebt gewerkt. Ieder jaar bouw je een percentage van je salaris op voor je pensioen. Dit heet het opbouwpercentage. Over een deel van je salaris bouw je pensioen op. Dit heet de pensioengrondslag. Je werkgever houdt hiervoor een deel van je salaris in voor de betaling van de pensioenpremie aan het pensioenfonds. Over de hoogte van deze bedragen zijn afspraken gemaakt in de cao. Er is ook een deel van je salaris waarover je geen pensioen opbouwt. Het pensioenfonds houdt namelijk rekening met de AOW-uitkering die je later van de overheid krijgt. Het deel waarover je geen pensioen opbouwt heet de franchise. Dat is ongeveer de hoogte van de AOW-uitkering.

Je opgebouwde pensioen kan stijgen of dalen. Als prijzen ieder jaar stijgen, wordt geld ook ieder jaar minder waard. Het pensioenfonds probeert dan de pensioenen te verhogen, zodat het pensioen past bij de hoogte van de prijzen. Dit heeft indexatie. Als er voldoende rendement is gemaakt binnen het fonds, kan het fonds indexatie toepassen.

Pensioen kan ook lager uitvallen. Dit gebeurt wanneer een pensioenfonds te weinig in kas heeft, waardoor er niet kan worden verhoogd of zelfs moet worden gekort. Dat kan gebeuren als deelnemers steeds ouder worden. Er moet dan langer pensioen worden uitgekeerd. Door iedereen iets minder uit te keren, houdt het pensioenfonds meer geld over om dit op te vangen.

Ook door andere bijzondere regelingen of wijzigingen in regels van de overheid kan je pensioenuitkering veranderen. Het is belangrijk om dit soort ontwikkelingen in de gaten te houden en actie te ondernemen als dat kan en nodig is, bijvoorbeeld door zelf extra te sparen.

In het bestuur van het Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf zitten vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Samen voeren zij de pensioenregeling uit op basis van de in de cao vastgelegde afspraken voor medewerkers. Werknemers hebben via de door hun vakbond gevoerde cao-onderhandelingen invloed op de cao.

In het bestuur van het Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf zitten vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers. Samen voeren zij de pensioenregeling uit op basis van de in de cao vastgelegde afspraken voor medewerkers. Werknemers hebben via de door hun vakbond gevoerde cao-onderhandelingen invloed op de cao.

• Je wilt of moet stoppen met werken of gaat minder werken. Als je minder werkt, bouw je ook minder pensioen op. Stop je helemaal met werken, dan bouw je ook geen pensioen meer op.
• Je verandert van baan en/of branche. Bij een andere werkgever kunnen andere pensioenafspraken gelden. Als je buiten de slagersbranche gaat werken, blijft je opgebouwde pensioen staan. Je kunt dit ook meenemen naar het nieuwe pensionfonds. Informeer dan bij het pensioenfonds naar de mogelijkheden.
• Je raakt (deels) arbeidsongeschikt. Het pensioenfonds neemt een deel van het betalen van de premie over als je om gezondheidsredenen minder of niet meer kunt werken en de opbouw van het pensioen tijdens de arbeidsongeschiktheidsperiode blijft doorgaan.

Als werknemer moet je een aantal veranderingen in je situatie melden aan het pensioenfonds. Het pensioenfonds kan dan nodige aanpassingen doorvoeren. Een voorbeeld is het partnerpensioen. Jouw partner kan pensioen krijgen als je zelf komt te overlijden. Hiervoor moet je partner dan zijn aangemeld. Als je uit elkaar gaat, moet je met je ex-partner afspraken maken over de pensioenregeling. Deze afspraken moet je melden aan het pensioenfonds. Bij je pensioenfonds kun je informatie vinden over welke veranderingen je moet melden en hoe je dit doet.